Biologisch, Beter Leven of Duurzaam? Ik weet het niet meer, hoor.
“Is biologisch wel echt biologisch?”, “Waarom heeft dit vlees maar één ster in plaats van drie?” en “Waarom verkopen jullie zo weinig vlees uit Nederland?” Dit zijn zomaar enkele vragen die wij als vleesverkoper vaak krijgen. Of het nu via de site is of in de kroeg, iedereen wil weten waar het vlees vandaan komt. Mensen zijn bezorgd en sceptisch. En terecht! Er is de laatste jaren ontzettend veel gefraudeerd met vlees. En dan zijn er natuurlijk nog kwesties als dierenwelzijn, milieu en ga zo maar door. Hoe weten mensen nu nog met al die ‘labels’ wat echt goed vlees is?
BBQuality en biologisch vlees
Sinds een tijdje verkopen wij geen biologisch vlees meer. Het had eerst een simpele administratieve reden. Een probleem dat we heel simpel op orde hadden kunnen krijgen, maar toch miste Paul en ik de overtuiging om hiermee verder te gaan. De vraag was niet heel groot. Sterker nog, wij vonden de kwaliteit, en dan met name het rundvlees minder dan de rest van wat we verkochten. En dat is voor ons heel moeilijk. In dat geval verkoop je eigenlijk alleen maar een verhaal en dat voelde niet goed voor ons. Uiteindelijk denk ik dat mensen terugkomen bij ons voor een goed stuk vlees in plaats van een goed verhaal. En ook ik kreeg steeds meer het gevoel dat de term ‘biologisch’ vaak commercieel werd gebruikt in plaats van als een echte ideologie. Uitzonderingen daar gelaten natuurlijk.
Wat dan wel?
Wat verkopen wij dan bijvoorbeeld wel? Prachtig Angus rundvlees wat in vrijheid heeft geleefd op de grasvlakten van Australië, Uruguay of Ierland. Heel smaakvol vlees met een enorme constante kwaliteit, al dan niet de laatste dagen extra afgevoerd met granen. Niet biologisch, geen ‘Beter Leven keurmerk’. En toch zien wij in het vlees terug dat deze dieren geen tot weinig stress hebben gehad. Als je lang genoeg in het vlees zit herken je dat. Zeker als je er honderden kilo’s per week van verwerkt. Jaar in, jaar uit. Is dit dan wel ‘goed’ vlees? Ja voor ons wel. De vraag is: Hoe kom ik hier nu op, en waarom zit ik hier nu mee? Al die verschillende namen die aan ‘goed’ vlees worden gehangen?
DubbelDoel, een gezond tweede leven
Onlangs werden we uitgenodigd op een boerderij om te komen kijken naar hun DubbelDoel vee uit Nederland. In eerste instantie was ik redelijk sceptisch, want ik dacht: “Hoe kan één boer nu voldoen aan de vraag naar vlees bij ons?” Maar toen raakten we in gesprek en al snel kwam ik erachter dat we veel meer gemeen hadden. De passie die zij voor hun vak hadden was erg inspirerend. Zij vonden het zo zonde dat er zoveel mooi melkvee zomaar naar de slacht ging omdat het te weinig melk produceerde en slechts als ‘worstkoe’ verkocht werd. Het vlees van een worstkoe wordt namelijk bijna alleen maar gebruikt voor gehakt of aanverwante producten omdat het vlees te dun is voor mooie lappen.
Deze mensen geven de gezonde dieren een tweede leven en mesten ze af als DubbelDoel koe. De melkkoe slaat net als de Angus-rassen vet op in de spieren, wat zorgt voor de mooie marmering en smaak. Het nadeel is dat ze nog erg dun zijn. Door de juiste balans in voeding krijgen ze als het ware een ‘dieet’ van zo’n 120 dagen en zijn het aan het eind van de rit mooie volle koeien met een prachtig stukje gemarmerd vlees.
Nu is dit geen nieuw verhaal want het gebeurt al langer. Ons probleem was dat wij hierin nog geen partner hadden gevonden met dezelfde ambities en vooral toekomstvisie. Want die ambities en toekomstvisie hebben zij wel. Ze zeiden zelfs dat ze er eigenhandig voor willen zorgen dat er minder rundvlees wordt geïmporteerd. En dat vond ik mooi. Dat één boerengezin met een droom zegt: “Wij gaan daar voor zorgen!” Dat raakte me.
Het voortouw nemen
Dit kan echter alleen als de kwaliteit concurrerend is met hetgeen nu geïmporteerd wordt. En dat mistten wij vooral, vandaar dat we nog niet eerder met ‘goed’ Nederlands rundvlees waren begonnen. Een tweede voorwaarde is dat de hele koe verkocht wordt. Dus niet alleen de runderhazen en de nu zo populaire picanha. Nee, het hele beestje moet verkocht worden. Dan pas kunnen ze de productie opvoeren. En dat is echt de tweede uitdaging, maar dat gaat ons lukken. Dat denk ik echt. Ons bereik met de huidige webshop wordt steeds groter en ik denk dat er altijd wel mensen bereid zijn mee te denken. Dat betekent wel dat het in het begin af en toe wat beperkter zal zijn met de voorraad, maar we moeten ergens beginnen. En ik denk dat je als ondernemer niet bang voor beperkingen moet zijn als je ergens echt in gelooft.
En nee, deze koe is niet biologisch en heeft zelfs geen enkele ster voor een Beter Leven keurmerk. Maar wij kwamen de stal binnen, en de serene sfeer die er hing was oorverdovend. Deze dieren genoten lekker van hun natje en hun droogje. Ze lagen daar lekker in het stro als pensionado’s te genieten van hun oude dag. Jarenlang hard gewerkt om de boeren en ons te voorzien van hun melk. En nu mochten zij nog even genieten. Dat gevoel dat ik kreeg toen ik de stal binnenliep zou elke vleesverkoper moeten ervaren. Want dat is de bron, daar begint het. En dát is voor mij goed vlees!
De toekomst
Ik weet het, het is nog een hele lange weg. En er zullen er genoeg zijn die ons voor gek verklaren, want Nederland zou bijvoorbeeld te klein zijn om een verschil te maken. Feit is dat door de toenemende groei van de wereldbevolking en de stijgende rijkdom de vraag naar vlees mondiaal alleen maar groter wordt. Vlees, zeker buiten Europa, wordt alleen maar duurder. En laten wij nu eens proberen om een begin te maken, en kijken of we al iets zelfvoorzienender kunnen worden. Zodat ook mijn dochter over 30 jaar nog kan genieten van een heerlijke, gemarmerde Ribeye van Hollandse bodem. Wij bij BBQuality gaan die uitdaging aan en hopelijk komt u mee.
“It’s better to believe in something crazy than it is to believe in nothing at all” – Believer, Pete Philly & Perquisite
Claus van Vught
Mede-oprichter BBQuality